Oefenen Maarten Luther (1483-1546) schreef in 1520 een boekje over de ‘goede werken’. Daarin geeft hij onder andere aanwijzingen voor het gebed. Hij wijst de gewoonte om een rozenkrans of bidprentjes te gebruiken af, waarbij hij laat zien hoe men dan wél bidden mag. ‘Men moet bidden, niet zoals de gewoonte is, door vele blaadjes of kraaltjes te tellen. Maar u moet u een aantal noden die u na aan het hart liggen, voor de geest roepen. Met volle ernst de voorziening daarvan verlangen en daardoor het geloof en het vertrouwen in God zódanig beoefenen, dat wij er niet aan twijfelen verhoord te worden. Zo onderwijst Bernardus (van Clairvaux, 12de eeuw) zijn broeders en zegt: “Lieve broeders, u mag uw gebed voor al niet gering achten, als was het tevergeefs. Want voorwaar, ik zeg u, dat, voordat u de woorden uitspreekt, het gebed reeds in de hemel is opgeschreven. U moet zeker van God verwachten, dat uw gebed verhoord zal worden, of zo het niet verhoord wordt, dat het u dan niet goed en nuttig geweest was verhoord te worden.’ Verhoring Zo is het gebed een bijzondere oefening van het geloof. Dat zeker het gebed zo aangenaam maakt voor God, dat het òf zeker verhoord wordt, òf dat ons iets beters, dan waarom wij bidden, daarvoor in de plaats wordt gegeven. Zo spreekt ook Jacobus: “Wie tot God bidt, die mag niet twijfelen in het geloof, want als de mens twijfelt, stelt hij zich niet voor, dat hij iets van God zal ontvangen.” Dit is een duidelijke tekst, die regelrecht toe- en ontzegt: wie niet vertrouwt, die verkrijgt niets, noch wat hij bidt, noch wat beters. Om zo’n geloof ook te wekken, heeft Christus in Markus 11 Zelf gezegd: “Ik zeg u, als wat u bidt, gelooft slechts, dat u het ontvangen zult, zo gebeurt het zeker.” En in Matt. 7: 7: “Bidt, zo wordt u gegeven; zoekt, zo zult u vinden; klopt aan, zo zal u opengedaan worden. Want wie bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; wie aanklopt, die wordt opengedaan. Welke vader onder u geeft zijn zoon een steen, als deze hem om brood vraagt; of een slang, als hij hem om een vis vraagt; of een schorpioen, als hij vraagt om een ei? Zo u echter weet uw kinderen goede gaven te geven, terwijl u zelf niet van nature goed bent, hoeveel te meer zal uw hemelse Vader een goede geest geven allen, die Hem bidden.”’ Leestip: Stemmen uit Wittenberg, over de goede werken, 1972.
Gemaakt door: Kand. A.S. Middelkoop Eerste aflevering: 04-04-2022
De podcast Vorming voor elke dag heeft in totaal 838 afleveringen
Maker: Kand. A.S. Middelkoop Datum: 31-10-2022
Maker: Kand. A.S. Middelkoop Datum: 02-11-2022
Disclaimer: De podcast (artwork) is geembed op deze pagina en is het eigendom van de eigenaar/ maker van de podcast. Deze is niet op enige wijze geaffilieeerd met Online-Radio.nl. Voor reclamering dient u zich te wenden tot de eigenaar/ maker van deze podcast.