Enige tijd geleden had ik een discussie met een beleggingsprofessional die zei dat je altijd overwogen in aandelen moet zitten. Aandelen leveren immers een hoger rendement op. Ik schrok een beetje van deze redenering. Overwogen betekent dat je op korte termijn meer in aandelen belegt ten opzichte van de basisportefeuille die de klant heeft gekozen. Maar het is de keuze van de klant om meer of minder in aandelen te beleggen. Op deze manier heeft de klant meer risico dan hij heeft aangegeven te willen. Dat vind in principieel onjuist. De basis in deze portefeuilles waren Duitse staatsobligaties en wereldwijde aandelen. Toen ik weer rustig achter mijn bureau zat, heb ik de spreadsheets erbij gehaald. Als je voor één maand belegt, doen aandelen het in 56% van de gevallen beter en obligaties in 44%. Met een 12 maandshorizon liggen deze percentages op 61 en 39. Dus ja, hoewel ik principieel tegen ben, heeft deze expert rekenkundig gelijk. Sinds 1970 heb je met wereldwijde aandelen 8,6% verdiend en met Duitse staatsobligaties 5,7%. Dat verschil lijkt niet zo groot, maar het betekent wel dat een investering van €100 aan het begin nu tot ruim €9000 is uitgegroeid. Bij Europese obligaties is dat maar €2000. Zie hier het effect van het rente-op-rentewonder. Of het achtste wereldwonder zoals Albert Einstein het noemde. Ondanks deze klinkende rendementscijfers, ben ik terughoudend met de stelligheid van deze opmerking. Dit soort opmerkingen hoor je vooral als koersen lekker omhooggaan. Bij een beurscrash verdwijnt die stelligheid als sneeuw voor de zon. De belangrijkste vraag is misschien wel: waarom doen aandelen het ‘altijd’ beter? De voornaamste reden is natuurlijk de onderliggende winstgroei van de bedrijven. Hoe hoger de winsten, hoe hoger de koersen. Die bedrijfswinsten stijgen door een betere productiviteit, het herinvesteren van niet-uitgekeerde winsten en inflatie waardoor winsten automatisch meegroeien. Dat hebben staatsobligaties allemaal niet. Die keren gewoon rente uit, meer niet. Als je de grafiek erop naslaat, vallen wel een paar andere dingen op. In de jaren zeventig was er een enorm hoge inflatie, maar liepen aandelen hopeloos achter bij obligaties. De belangrijkste verklaring is dat er wel een hoge inflatie was, maar dat dit vooral naar de werknemers ging. Bedrijven kregen een steeds kleiner deel van de koek. En, als je de pech had om in 1970 vol in aandelen te zijn gestapt, dan had je in 2012 nog steeds geen extra rendement behaald ten opzichte van de saaie veilige staatsobligaties. Tweeënveertig jaar is lang, zelfs voor een langetermijnbelegger. Maar in 2012 hoorde je deze beleggingsadviseur niet over het overrendement op aandelen. De conclusie is duidelijk. Ja, aandelen doen het op lange termijn ‘altijd’ beter, maar lange termijn kan weleens héééél lang zijn. Veel langer dan menig belegger aankan. Over de column van Corné van Zeijl Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD. See omnystudio.com/listener for privacy information.
Gemaakt door: BNR Nieuwsradio Eerste aflevering: 22-05-2022
De podcast Column Corné van Zeijl | BNR heeft in totaal 238 afleveringen
Maker: BNR Nieuwsradio Datum: 09-08-2024
Maker: BNR Nieuwsradio Datum: 23-08-2024
Disclaimer: De podcast (artwork) is geembed op deze pagina en is het eigendom van de eigenaar/ maker van de podcast. Deze is niet op enige wijze geaffilieeerd met Online-Radio.nl. Voor reclamering dient u zich te wenden tot de eigenaar/ maker van deze podcast.